Stadsgezicht Villa Maria

Villa Maria, een gemeentelijk monument gelegen aan de Oostsingel 185, live getekend tijdens de derde Corona golf. Uitgegeven in een beperkte oplage van 10 stuks.

choorstraat tekenaar


 

Titel Villa Maria, Delft
Tekenaar Mark van Huystee
Editie 10 prints
   
Materiaal Hahnemühle papier
Techniek Certified Art Giclée print
Jaar 2021
   
Afmetingen 86 cm x 86 cm (34 inch x 34 inch)
Prijs 795 euro (inclusief BTW)
   

Bovenstaande prijzen gelden voor de stadsgezichten exclusief inlijsting en exclusief verzendkosten.


stadsgezichten

KWALITEIT

De editie is van hoge kwaliteit en voldoet aan het kwaliteitskeurmerk ‘Certified Art Giclée’.
Iedere afdruk is door mij persoonlijk gesigneerd, genummerd en voorzien van een blindpreeg. De preeg is een afdruk van mijn signatuur in reliëf.
Iedere reproductie gaat vergezeld van een uniek Certificaat van Echtheid.


HOW DO YOU SOLVE A PROBLEM LIKE MARIA? DOOR JAN VAN DER MAST

Mark zit op een stoeltje aan het Rijn-Schiekanaal en heeft op zijn schoot een bescheiden, vierkant tekenbord. Verrassend, want we kennen hem als de man van de stadspanorama’s, die hij op een langgerekt, bijna niet te hanteren bord vastlegt. Deze mooie junidag is hij neergestreken aan de Oostsingel, recht tegenover Villa Maria. Mark is al ver gevorderd: de villa is al getekend, evenals wat passanten, zoals een vrouw met mondkapje op een fiets. Zo zal de tekening eeuwen later makkelijk kunnen worden gedateerd: ‘Dat moet rond 2020 geweest zijn. De wereld werd toen geteisterd door een verwoestend virus.’
Ik ken de villa goed, vind het een architectonisch pareltje in Delft en ben blij dat de eigenaren - Erna Bekink en Jaap Versfelt - zoveel moeite hebben gedaan om de villa haar oude glorie terug te geven. Toen ze het in 2002 kochten, verkeerde Maria namelijk in erbarmelijke staat. Erna en Jaap hebben op basis van originele bouwtekeningen en oude foto’s de villa gerestaureerd. Het duurde dertien jaar om Maria te laten herrijzen. Als toefje hebben ze zelfs het gietijzeren hek teruggeplaatst, dat de tuin scheidde van de straat. Aan dat hek hangt - een bordje met informatie en kan iedere voorbijganger lezen, dat de villa in 1894 werd gebouwd als woning voor de geneesheer-directeur van het Joris. Het uitgestrekte ‘buitengesticht’ met een achttal paviljoens in het groen lag erachter.

Terwijl Mark aan het wegdek tekent, komt een vrouw van een jaar of zestig aan geschuifeld, zwaar leunend op een man, die in zijn vrije hand een tas met boodschappen draagt. Mark, die de vrouw na een paar dagen tekenen kent, vraagt: ‘U kwam vroeger in de villa, toch?’ 
‘Ja, iedere maand. Dan moest ik aan de dokter vertellen hoe het me ging. Ik woonde in Vlaardingen, kwam met de trein. Ik was zeventien toen ik hier voor het eerst kwam.’ 
‘Was u alleen?’
‘Nee, mijn opa en oma gingen mee.‘  Ze steekt de straat over en, zonder de villa een blik waardig te gunnen, verdwijnt ze uit zicht.
Het is een beladen plek, vind ik nu. Vroeger als ik langs de villa fietste en de naam Maria op de gevel zag, dacht ik aan ‘The Sound of Music’ en hoorde de nonnen het openingslied van de film zingen: ‘How do we solve a problem like Maria? She’s a headache. She’s an angel.’ Met die Maria is het goed afgelopen. Ze verliet het klooster, werd gouvernante bij de familie Von Trapp, liet de zeven kinderen prachtig zingen en wist het hart van de strenge, steenrijke kapitein te beroeren, trouwde met hem, ontsnapte aan de nazi’s en leefde nog lang en gelukkig... Afijn, dat levenspad is niet voor iedereen weggelegd. Zeker niet als je patiënt was bij het Joris. Ik vertel Mark over het drama van Mienette Storm-van der Chijs. 

Zij was eind 19e eeuw feministe, wereldreizigster en weldoenster. Ze liet arbeiderswoningen bouwen in de Cellebroerstraat en was bezig een kunstenaarskolonie op te richten, maar toen greep haar broer in. Hij vond dat Mienette het familiekapitaal er doorheen joeg en liet haar opnemen in het Joris als ontoerekeningsvatbaar. Daar sleet ze haar laatste tien jaren.
Mark kent gelukkig weer een positief verhaal. Tekenend aan de villa, kreeg hij bezoek van fotograaf Willem de Bie (1952). Hij woonde in zijn jeugd een stukje verderop, in een dienstwoning van de Rubberstichting. Het was een heerlijke plek om op te groeien, een paradijs. Het terrein liep van het kanaal tot de A13. (De Jorisweg was er nog niet.) De kleine Willem voetbalde er met zijn broer op grasveldjes tussen de boomgaarden. Ze ging vlotje varen, vissen. Er waren loodsen voor tuinbewerking. Soms mocht hij mee met paard en wagen naar het ‘binnengesticht’ om er groente te brengen en etensresten op te halen. De aanblik van patiënten met een verwilderde blik achter gaas maakten indruk. Villa Maria was de plek waar hij voor het eerst televisie heeft gekeken. Daar woonde psychiater Van der Werf met zijn vrouw en zoon Onno. Met vriendjes mocht Willem er - begin jaren zestig - op woensdagmiddag kijken naar ‘Vier Veren Waterval’, een spannende animatie-serie en ‘Pipo de Clown’ kijken. Prachtig!’

Jan van der Mast, juni 2021

“de villa is al getekend, evenals wat passanten, zoals een vrouw met mondkapje op een fiets.”